Castagnaccio – kastanjekoek – is een recept uit de Toscaanse keuken. Deze lekkernij wordt in Italië wel beschouwd als een armeluisrecept omdat het weinig en simpele ingrediënten bevat (geen eieren, geen boter, geen suiker!), maar daar is castagnaccio niet minder lekker om. De koek heeft een heel eigen, oeroude, antieke smaak die beelden aan een herfstig Toscane van toen oproept. Je proeft het verkleurende bos in de herfst en ruikt de geur van knapperend, brandend hout in de openhaard.
Het is een zware, vullende lekkernij – de koek is ietwat spekachtig – die erom vraagt om na een lange boswandeling bij de openhaard geserveerd te worden. Heerlijk bij de thee of koffie maar verrukkelijk in combinatie met kaas (oude kaas maar ook jonge kaas zoals ricotta), rauwe ham en salami, en een goed glas rode wijn.
Castagnaccio is heel gemakkelijk en snel te bereiden. De simpele gebaren van het vermengen van bloem en meel en het hakken van de pijnboompitten en noten doen terugverlangen naar tijden van rust en eenvoud. Deze antieke koek is perfect voor eenieder die even aan het digitale tijdperk wil ontsnappen, en zich wil laven aan de wonderen van de natuur.
Ingrediënten
- 400 gram kastanjebloem
- 50 gram pijnboompitten
- 40 gram gepelde walnoten
- 100 gram krenten
- 400 ml magere melk
- verse rosmarijn
- zout
Bereiding
Doe kastanjebloem in een schaal.
Hak de pijnboompitten en walnoten in kleine stukjes (niet al te fijn).
Schenk de melk al roerende bij het kastanjemeel en roer de ingrediënten goed door elkaar. Voeg naar wens zout toe (niet te karig).
Doe driekwart van de pijnboompitten, walnoten en krenten bij het beslag.
Bedek een ovenplaat met bakpapier.
Schenk het kastanjebeslag op het papier, strijk het glad met een lepel, en strooi de resterende pijnboompitten, walnoten en krenten erover.
Garneer met rosmarijn.
Bak de castagnaccio in 25 à 30 minuten gaar (ovenstand 195 graden Celsius).
Serveer de koek lauwwarm. Je kunt ‘m twee à drie dagen in de ijskast bewaren.
Wil je ‘m langer bewaren, vries ‘m dan in.
ADVERSUS