Houd bij het kiezen van je kapsel rekening met de vorm van je gezicht. Deze vorm – ovaal, lang, rond, hoekig, hartvormig – is het uitgangspunt voor je haarstijl.
Een kapsel is iets heel persoonlijks. Het moet bij jouw uiterlijk, uitstraling en levensstijl passen (op een stijf kantoor hoef je niet met een punkkapsel aan te komen, heb je een artistiek beroep dan mag je haar best over je schouders vallen of een scherpe undercut hebben), maar je haarstijl moet vooral ook op de vorm van je gezicht zijn afgestemd.
Op dit gebied kun je je het beste door een ervaren kapper laten adviseren. Niet voor niets wordt de kapper tegenwoordig ‘hair stylist’ genoemd. Deze professionele figuur knipt niet alleen maar heeft vooral ook een adviserende functie. Overigens is het niet zo dat je gezichtsvorm je in je kapselkeuze beperkt. Een kundige hair stylist zal nagenoeg elk kapsel aan jouw gezicht kunnen aanpassen. Dit zijn de dingen waar je op moet letten.
EEN OVAAL GEZICHT
Heb je een ovaalvormig gezicht, dan kun je nagenoeg alle haarstijlen hebben. Maar dat neemt niet weg, dat het ene kapsel je beter zal staan dan het andere.
Onze tips:
Optimaliseer het effect van je kapsel op je uiterlijk door je sterke punten te accentueren en de minder sterke punten te camoufleren.
Een voorbeeld? Heb je een sterke neus, style je haar dan niet te strak naar achteren. Houd je een intense oogopslag accentueer die dan met een lok. Vermijd echter rechte en volle pony’s om je gezicht niet voller te doen lijken. In de regel is achterover gestyled haar is jouw ding!
EEN ROND GEZICHT
Een rond gezicht heeft vaak wat minder geaccentueerde jukbeenderen en wat rondere wangen. Met je kapsel wil je je gezicht wat smaller en scherper doen overkomen.
Onze tips:
Je kunt de ronde vormen doorbreken met een zijscheiding. Lokken en pony’s hebben hetzelfde effect. Vermijd te korte haarstijlen of rechte pony’s die de ronde vorm van je gezicht onderstrepen. Met jouw gezicht kun je heel goed een wat langere bovenlengte – of een wat langere baard – hebben.
EEN LANG GEZICHT
Heb je een lang gezicht dan kun je met je kapsel het beste in de breedte werken.
Onze tips:
Wat langere zijkanten zijn is heel geschikt voor jou. Ook langere haarlengtes staan je goed maar er moet wel volume inzitten (draag het haar niet sluik en plat). Vermijd te lange bovenlengtes en zoek naar een balans die je gezicht wat breder doet lijken. Een haarpartij op je voorhoofd – een lok of pony – werkt in jouw geval heel goed.
EEN HOEKIG GEZICHT
Een hoekig gezicht met een sterke kaak en sterke jukbeenderen is stoer en mannelijk.
Onze tips:
Je kunt je uitstraling verzachten met een kapsels met ietwat rondere vormen, maar het kan net zo mooi zijn om deze mannelijke gelaatstrekken met een korte haarsnit te accentueren. Draag je haar in ieder geval uit je gezicht en vermijd zware lokken of pony’s. Ze geven je een ‘massief’ aanzien.
EEN HARTVORMIG GEZICHT
Een hartvormig gezicht heeft vrij wijde jukbeenderen en een wat smaller toelopende kin. Deze karakteristieken geven het gezicht de vorm van een hart. De kin zorgt ervoor dat het gezicht wat delicaat overkomt.
Onze tips:
Om je gezicht wat ‘body’ te geven, kun je bij deze gezichtsvorm het beste voor wat volume op het voorhoofd kiezen. Lange lokken en pony’s doen het bij een hartvormig gezicht goed. Je kunt met deze gezichtsvorm ook heel goed wat meer grafische kapsels met bijvoorbeeld wat kortere zijkanten hebben. Ze zorgen voor een wat stoerdere en besliste look. Een te smalle kin kun je verder camoufleren met een korte baard.
Charlotte Mesman voor ADVERSUS