Veel mannen doen niet aan ‘layering’: laagjes dragen. Het is immers zo gemakkelijk om snel even een broek en een trui aan te schieten. Kan niet veel mee misgaan! Ga eens na hoeveel laagjes jij gewoonlijk draagt. En lees dan eens verder om te ontdekken hoeveel ‘layering’ voor jou kan doen.
Layering wordt vaak geassocieerd met vrieskou. Als de temperaturen onder nul zakken, gaan we aan laagjes dragen doen. Maar waarom zou je dat moment afwachten? Laagjes kunnen enorm veel aan je look toevoegen. Layering is een perfecte manier om variatie in je look aan te brengen en om interessante outfits mee te creëren die je uit de anonimiteit van de massa halen (de dames zullen het op prijs stellen!).
Vind je ‘layeren’ moeilijk? We hebben een aantal tips en voorbeelden voor je. Ga er maar eens mee aan de slag:
1. Als je gaat layering, dan is er een hoofdregel: alle lagen moeten gezien mogen worden. Houd dit principe aan. Je moet een of meerdere lagen uit kunnen doen zonder dat het schaamrood naar je kaken stijgt. Overigens is je ondergoed natuurlijk jouw privé-zaak. Zover hoef je niet te gaan. Maar draag je een overhemd, een vest en een blazer over elkaar, zorg er dan voor dat je je tot op het overhemd kunt uitkleden en er dan nog goed (sexy!) uitziet. Dit heeft een onweerstaanbaar aantrekkingskracht op de dames. Denk maar eens aan de heren in ‘Mad Men’ na een nachtje doorwerken – Don Draper in open geknoopt overhemd zonder jasje – you got it?
2. Stem de kleuren op elkaar af. Een heel veilige manier van ‘layeren’ is een bijvoorbeeld een ’total black’ outfit, maar het leuke van laagjes is nu juist dat je meerdere kleuren en fantasieën bij elkaar kunt halen. Stem de kleuren op elkaar af en maak het niet te bont. Vuistregel is om je tot één felle kleur te beperken. Je kunt wel met meerdere prints en fantasieën werken (is juist heel mooi) maar maak het ook hier niet al te bont.
3. Voor een klassieke look is de bovenste laag altijd langer dan de lagen eronder, voor een coole en jonge look – denk bijvoorbeeld aan een hip hop stijl – mogen de bovenste lagen ook korter zijn. Wees je bewust van wat je doet.
4. Stem de volumes goed op elkaar af, werk aan je silhouet. Een dikke wollen trui is (in de regel) een bovenlaag of ten hoogste een tussenlaag, geen onderlaag. Daarvoor kies je dunne en verfijnde truien. Kortom, de lichtste materialen dragen je onder, dikkere lagen zijn vaak bovenlagen.
5. Leer en spijkergoed zijn een apart verhaal. Omdat deze materialen vrij stevig zijn, hebben we de neiging om ze als bovenlaag of ten hoogste tussenlaag te dragen. Toch kunnen deze materialen ook heel mooi als onderlaag zijn. De leren overhemden die deze winter in de mode zijn, zijn hier een perfect voorbeeld van. Je kunt ze zelfs onder een wollen trui met V-neck dragen. Je look ziet er opeens totaal anders uit. Ook een leren jack onder een park staat heel mooi. En een spijkeroverhemd onder een trui zorgt ook weer eens voor een ander effect.
6. Zorg dat je laagjes comfortabel in het dragen zijn en dat het er ook comfortabel uitziet. Je moet vrij zijn in je bewegingen en niets mag strak of gespannen staan.
Kortom, met layering voeg je echt iets aan je look toe. Experimenteer!
ADVERSUS